Het Louis Bolk Instituut heeft een strategie geformuleerd voor de ontwikkeling van een rendabel biologisch aardappelras dat minder stikstof nodig heeft. Dit ideale ras moet in 90 tot 95 dagen vanaf het planten, bij een stikstofbeschikbaarheid van 100 tot 150 kilo per hectare, minimaal 30 ton per hectare kunnen produceren met voldoende onderwatergewicht. Bovendien moet het resistent zijn tegen phytophthora en goed onkruid kunnen onderdrukken.
Dat meldt Biokennis, het communicatieplatform van Wageningen UR en het Louis Bolk Instituut.
Loofresistentie tegen schimmel phytophthora
Het project is uitgevoerd op verzoek van de Nederlandse aardappelkweekbedrijven en in het kader van het Bioconnect programma Biologisch Uitgangsmateriaal en Veredeling.
Om zo’n ras te kunnen kweken, moet vooral worden gelet op loofresistentie tegen de schimmel phytophthora en vroege knolzetting. De voorkeur hebben middenvroege rassen die een hoge maximale bodembedekking realiseren en een lange periode kennen van maximale bodembedekking.
Rendabele opbrengst bij lage stikstofbeschikbaarheid
Het Louis Bolk Instituut heeft in haar zoektocht naar een geschikte selectiestrategie gekeken naar gewaseigenschappen die zijn gerelateerd aan stikstofefficiëntie bij een laag stikstofniveau. Van 2008 tot en met 2011 zijn op twee locaties per jaar rassenproeven uitgevoerd met verschillende stikstofniveaus. Stikstofefficiëntie is daarbij gedefinieerd als het vermogen van een ras om bij een lage stikstofbeschikbaarheid van 100 tot 150 kilo per hectare tussen half april en de tweede helft van juli een rendabele opbrengst te geven.
Terugbrengen van de stikstofgift
Zowel in de biologische als gangbare aardappelteelt is behoefte aan rassen die minder stikstof nodig hebben voor hun groei. In de akkerbouw wordt gestreefd naar het terugbrengen van de stikstofgift om verspilling en uitspoeling te voorkomen. In de biologische teelt is de hoeveelheid beschikbare stikstof bovendien vaak een beperkende factor.